dinsdag 17 juli 2012

Parfum, het verhaal van een wijsneus.

Ze zeggen dat een parfum het verlengde van je persoonlijkheid zou moeten zijn. Dat als je de geur na een tijd niet langer ruikt, het de juiste voor je is. En ook dat je je aan één flesje tegelijkertijd zou moeten houden. Niet elke dag een ander, zoals de Franse vrouwen schijnen te doen. Ze zeggen zoveel en ieder heeft zijn mening. Dit is die van mij. 
Een geur is een additiefje, de kers op de taart. Hoezeer de dramatische walmen van vaak stevig opgedirkte vrouwen alle zintuigen ook prikkelen, een parfum zou slechts een genuanceerde hint moeten zijn naar iets meer. Naar datgene waarvoor mensen het hoofd nieuwsgierig draaien, de neus spitsen, de grijze hersenmassa in werking doen zetten om te ontdekken waar de vlaag hen aan denken doet. Dat connoteren is nog het allermooiste. De ideale geur zou een waaier aan emoties en vage herinneringen moeten herbergen. Aan zilte, zoete, lome vakantiedagen met wijn, aftersun en plakkerige zandkorrels. Aan de aftershave, de sigaretten, motorolie en het opgedroogde zweet van grootvader zaliger. Aan dagen van tomeloos geluk. Die zelfverzonnen beelden zijn de langstdurende, de meest dankbare. Niet deze die reclamebonzen hebben bedacht om de massa in vervoering te brengen (de femme fatale, het onschuldige huppelkutje, de succesvolle businessvrouw) en waarop nog te veel mensen zich baseren bij het kiezen van hun flesje. Een parfumwinkel is voor mij vaak een al te verwarrende plek. Veel liever dan daar waar ik scheel ga kijken van de kakafonie aan musken en essentiële oliën kom ik mijn toekomstige aroma per toeval tegen. Op straat, in de nekplooien van een toevallige passant, waar ik de moed bijeenrapen moet de persoon in kwestie aan te spreken. Tijdens het doorbladeren van oude tijdschriften, waar soms nog verloren geraakte vlagen van voorproefjes te vinden zijn. Mijn allereerste geur was hoogstwaarschijnlijk babyzalf, die daarna Oilily (de meisjesfles bij uitstek), uit cadeauverpakking vanonder de dennenboom. In mijn prille tienertijd, toen het andere geslacht nog een ver-van-mijn-bed-show was, kreeg ik een subtiele duw in de rug van Cacharels Amor Amor. En later, toen ik mijn kamer volstouwde met modeboeken en -magazines en zo onrechtstreeks mijn lot bezegelde, besloot ik te gaan dwepen met Cinéma van Yves Saint Laurent (toen de laatste worp van Tom Ford en nogal aanwezig als monstertje in menig maandblad) en dat voor vele jaren en flessen. Onlangs, op de dag dat ik het einde en (hopelijk) het begin van een kwarteeuw bestaan vierde in Parijs, besloot ik dat het tijd werd voor iets anders. Ergens in een fluisterboetiek, waar de kledingstukken op minstens een halve meter van elkaar aan de rekken hingen en zelfs de plankenvloeren chique kraakten, rook het overweldigend naar onschuld en passie in wilde bloemenvelden. Net door de uitgebalanceerde eenvoud leek het me eerder een home fragrance te zijn, en terecht. Maar, zo wist de winkeljuffrouw me te vertellen, er bestond ook eau de parfum van Byredo Blanche. De ontwerper is een ruige Zweed, de geuren zijn rechttoe rechtaan en de flesjes ronduit prachtig. Sinds kort word ik dus continu herinnerd aan die verhelderende tijd in de Franse hoofdstad, wat me elke dag weer blij maakt. Want dat is precies hoe het hoort. Per toeval en in een bepaalde context, op het moment dat je neus gaat opkrullen van plezier en je voelt dat het past, alleen daar is je parfum te vinden. Over het hanteren van diverse geuren ben ik duidelijk: dat kan, zolang het overpeinsd blijft en hoofdpijn vermeden wordt. Gevaporiseerd water kun je overigens (zo leerde de meest recente The Gentlewoman me) op velerlei plaatsen aanbrengen: in de bustenhouder (op een wattenschijfje), in de elleboogputjes, op de enkel, bovenrug, achter de oren en op de polsen. Maar dat alles zonder (!) te wrijven, anders gaan de moleculen stuk en strookt de geur niet meer met het oorspronkelijke ontwerp. 't Is maar dat je het vanaf nu weet, bij het ochtendlijke verstuiven.

4 opmerkingen:

  1. Ik draag zelf geen parfum, om de eenvoudige reden dat ik nooit MIJN parfum gevonden heb - parfumwinkels jagen ook mij schrik aan. Ik neem mij altijd voor om er toch maar eens werk van te maken, maar vele niesbuien later geef ik het toch op. Zo'n geur die je altijd draagt vind ik anders wel echt een meerwaarde. Het parfum van mijn eerste vriendje geeft me nog altijd knikkende knieën.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ik houd mij wel aan één flesje tegelijkertijd, maar ben toch niet zo overtuigd van 't huidige. "mijn" parfum heb ik helaas nog niet gevonden maar ik mijd parfumerieën omdat ik toch vind dat elk parfum hetzelfde gaat ruiken.

    Byredo Blanche klinkt in ieder geval als een fantastische geur!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik heb al vele geurtjes geprobeerd en gedragen, maar er kwam telkens een moment dat ik ze beu was geroken en ik soms zelfs van ze moest walgen.

    Ondertussen heb ik heb 'mijn' parfum(s) wel gevonden denk ik (en waar ik, ondanks ze al jaren te dragen, nog steeds niet van moet walgen): 121 VIP van Carolina Herrera (laat je niet misleiden door de naam, die VIP vind ik nogal belachelijk) en Kenzo Amour! 't Zijn beide wel vrij zware parfums (vooral Kenzo Amour) dus ik ben nog op zoek naar een zomergeurtje, maar dat heeft geen haast, een lekker geurende bodylotion doet ook zijn werk :)

    Daisy van Marc Jacobs vind ik ook een goeike (maar iets te licht naar mijn goesting), en mijn mama draagt een bodyspray van La Prairie en die ruikt ook hemels (maar omdat mijn mama hem draagt, draag ik hem niet, uiteraard).

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik heb al een tijdje dezelfde geur, een nogal typische, Coco mademoiselle van Chanel. Nogal zwaar, maar blijft lang hangen en dat vind ik wel leuk! Zeker als je 's avonds koeien moet melken en je dan die geur nog extra hard ruikt, zalig :).

    Nu ben ik wel nog op zoek naar een iets lichtere parfum, maar ik ga inderdaad wachten tot ik gewoon een geur bij iemand tegenkom. Want in zo'n ici paris wordt ik echt veel te misselijk!

    BeantwoordenVerwijderen